De eerste loge werd in 1734 opgericht in Den Haag. De vrijmetselarij in Nederland is in haar beginjaren sterk in haar rituele ontwikkeling beïnvloed vanuit Frankrijk.
Nederlandse vrijmetselaren duiden zichzelf dan ook wel aan als maçons; het bijvoeglijk naamwoord maçonnerie wordt frequent gebruikt in de Nederlandse vrijmetselarij. In de daaropvolgende jaren werden in tal van plaatsen loges opgericht.
Als stichtingsjaar voor de Nederlandse vrijmetselarij geldt 1756. Toen besloten een tiental in ons land gevestigde loges tot oprichting van de “Groote Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden” met als standplaats Den Haag.
Na de bevrijding van het Franse juk in 1813 werd de huidige benaming “De Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden” gekozen. Ze wordt in het kort ook wel “De Orde genoemd”.
